In zowel participatie- als deliberatiedemocratieën spelen burgers de hoofdrol. Ze worden aangemoedigd om hun stem te laten horen en op verschillende manieren een impact te maken op het bestuur van hun gemeenschap.

Maar toch betekenen beide termen niet helemaal hetzelfde, en kunnen ze dan ook beter niet door elkaar gebruikt worden. Kort samengevat kunnen we stellen dat participatie burgers stimuleert om actie te ondernemen, terwijl deliberatie eerder de focus legt op discussie en debat tussen burgers en andere belanghebbers. Terwijl participatie zich dus richt op de acties zelf, gaat het bij deliberatie vooral om het besluitvormingsproces dat voorafgaat aan het maken van beleid.

Voorbeelden van participatie zijn bijvoorbeeld polls, ideeënverzameling, surveys en burgerbegrotingen. Er zijn verschillende participatiemethodes die allemaal hun eigen waarde hebben en geschikt zijn voor verschillende situaties. Een belangrijk voorbeeld van deliberatie is dan weer de burgerraad, waarbij een groep burgers wordt gevraagd om te debatteren en beleidssuggesties te formuleren over een bepaald onderwerp.

“Dikke” vs. “dunne” engagement

In het geval van deliberatie is het vaak het einddoel om tot een consensus te komen. Zoals deze paper beschrijftgaat het bij deliberatieve innovaties niet alleen over meningen of eisen uiten; ze vereisen ook interactie en uitwisseling. Interactie tussen participanten — vaak verschillende belanghebbers uit zowel de publieke als private sector — zorgt vaak voor vormen van communicatieve uitwisseling die het mogelijk maakt om posities of voorkeuren te herbekijken.”

Micah Sifry van Civic Hall legt het zo uit: “dikke” engagement schaalt niet, “dunne” engagement blijft niet hangen.” Deliberatie (“dikke engagement”) betekent dat je burgers moet samenbrengen, een constructief debat moet organiseren, en ervoor zorgen dat iedereen over de relevante bronnen beschikt om alle aspecten van de discussie zorgvuldig te kunnen afwegen. Participatie (“dunne engagement”) kan dan weer alles zijn van een social like tot een budgetbedeling in een burgerbegroting. Hoewel het vaak aanzienlijk minder inspanning of organisatie vergt dan deliberatie, garandeert participatie niet altijd een diepgaand of langdurig engagement.

Een van de belangrijkste belemmeringen voor deliberatie is de complexiteit van het proces, waardoor het moeilijk wordt om te schalen en online te na te maken. Digitale tools zijn meestal ontworpen voor participatie: ze zijn gericht op het bereiken van grote aantallen burgers en zijn gericht op actie (bijv. een stemming), maar laten geen diepgaand debat toe.

De wisselwerking

Er wordt vaak gezegd dat de combinatie van participatie en deliberatie heel wat uitdagingen met zich meebrengt. De 3 wenselijke criteria van directe democratie (participatie, deliberatie en gelijkwaardigheid) zijn hoeken van dezelfde driehoek. Omdat er zoveel organisatie bij deliberatie komt kijken, is het moeilijk schaalbaar. Deliberatie werkt dan ook het best met kleinere, representatieve samples van de bevolking. Participatie, zoals hierboven al wordt vermeld, is dan weer niet altijd even diepgaand of toekomstgericht.

Volgens dit artikel zijn er wel degelijk manieren om de twee te combineren. “We kunnen mensen vragen om online ideeën en voorstellen in te dienen die worden voorgelegd aan participanten die elkaar echt ontmoeten. Omgekeerd kunnen de aanbevelingen en ideeën van deliberatieve evenementen ook de basis vormen van participatieprojecten.” Een combinatie van de twee zorgt voor een groter aantal betrokken burgers, een sterker democratisch weefsel en een toegankelijker besluitvormingsproces.  

De toekomst van de burgerbetrokkenheid kan niet op een van deze concepten berusten. Participatie in combinatie met deliberatie zorgt voor zinvolle betrokkenheid op grote schaal, waardoor burgers een centrale plaats krijgt in het democratische besluitvormingsproces.

Meer lezen?