Elke gemeente heeft een bevolking met een eigen persoonlijkheid die gevormd wordt door de verschillende individuen die er deel van uitmaken. Om hen effectief te betrekken, moet je hun unieke behoeften en voorkeuren voor participatie in kaart brengen. Als je begrijpt hoe je bewoners het liefst meedenken en wanneer ze dat het liefst doen, kun je strategieën bedenken die leiden tot een zo groot mogelijke participatiegraad.

Daarvoor moet je antwoorden vinden op twee cruciale vragen.

1. Welke hindernissen moeten je inwoners overwinnen om mee te doen?

De eerste stap is vaststellen welke groepen in je gemeente op dit moment ondervertegenwoordigd zijn in het besluitvormingsproces. Door dit te begrijpen, kun je dieper duiken en de specifieke uitdagingen ontdekken die hun participatie in de weg staan.

Denk aan groepen zoals:

  • Mensen voor wie het Nederlands niet de moedertaal is
  • Jonge inwoners
  • Mensen met een handicap, zoals blinden of slechthorenden
  • Inwoners met een armoederisico

2. Naast de hindernissen, wat zijn dan de bedenkingen die mensen hebben bij deelname?

Bovenop de bovengenoemde obstakels zijn er ook bedenkingen die mensen kunnen hebben bij participatie. Ook hier moet je rekening mee houden om inclusieve participatie mogelijk te maken.

Er zijn twee belangrijke soorten bedenkingen:

  • Persoonlijke bedenkingen: Dit kan een gebrek aan motivatie, vertrouwen of middelen zijn. Voorbeelden: “Wat doet mijn stem ertoe?”, “Ik voel me niet comfortabel in formele overheidssettings” of “Daar heb ik de tijd niet voor”.
  • Projectgerelateerde bedenkingen: Deze kunnen te maken hebben met de aanpak of een gebrek aan duidelijkheid rond het doel. Dit kan leiden tot reacties als “Ik begrijp het niet goed”, “Ik heb niet genoeg kennis over dit onderwerp om te participeren” of “Ik weet niet zeker wat er van me gevraagd wordt”.

In een recent onderzoek stelt de organisatie More in Common dat een gemeenschap meestal uit 6 soorten bewoners bestaat. Voor participatie is het belangrijk om voldoende aandacht te schenken aan de groepen onderaan op de grafiek, degenen die “teleurgesteld” en “pragmatisch” zijn.

Dit zijn de inwoners waarmee vaak geen rekening wordt gehouden – de ondergewaardeerden. Typisch zijn deze mensen noch sociaal noch politiek goed geïntegreerd en hebben ze hun plek in de maatschappij nog niet gevonden. Dit leidt er vaak toe dat ze niet deelnemen, waardoor ze verdwijnen of ‘onzichtbaar’ worden.

Bron: More in Common: „Mehr Erreichen: Impulse für eine breitere Bürgerbeteiligung vor Ort“ (2023)

Hoe ‘delicater'”‘ de samenstelling van de bevolking in je gemeente, hoe veelzijdiger de oplossingen die je moet implementeren om van inclusieve participatie te kunnen spreken. Je wilt immers dat elke groep die belang heeft bij het onderwerp waarover je hen wilt betrekken, vertegenwoordigd is – en niet alleen de “gebruikelijke 10” mensen van wie je de meningen al zo vaak hebt gehoord. Inclusieve participatie helpt ook om verdere groei van politieke apathie en desinteresse te voorkomen.

Inclusie en participatie zijn tenslotte gezond voor de democratie!

Tien aanbevelingen voor inclusieve participatie

Maar laten we nu kijken naar effectieve strategieën voor echte inclusieve participatie. Hoe kun je kwetsbare groepen het beste bij je participatieprojecten betrekken? Wanneer zijn mensen het meest geneigd om mee te doen en welke specifieke ondersteuning hebben ze nodig om actief  te blijven participeren?

Deze fundamentele vragen vormen de leidraad voor onze tien aanbevelingen om inwoners te bereiken die vaak over het hoofd worden gezien.

  1. Maak contact met je diverse doelgroepen door te communiceren op een manier die ze gemakkelijk kunnen begrijpen. Gebruik inclusieve communicatiemethoden, zoals toegankelijke taal, en combineer die met duidelijk beeldmateriaal. Als mensen bijvoorbeeld op promotiemateriaal afbeeldingen zien van mensen die op hen lijken, voelen ze zich meer geaccepteerd en betrokken.
  2. Zet in op hybride participatie. Implementeer een evenwichtige combinatie van online en offline participatie die aanslaan bij verschillende doelgroepen.
  3. Pak persoonlijke of projectgebonden aarzelingen aan. Maak de doelen, verwachte resultaten en directe voordelen van het project duidelijk. Zoals in het eerste punt al is gezegd, voeg visuele hulpmiddelen toe, zoals infographics, om complexe concepten te vereenvoudigen.
  4. Ga met elke groep een gelijkwaardige dialoog aan. Waardeer hun expertise en houd rekening met de perspectieven van de verschillende generaties.
  5. Ga voor een proactieve communicatieaanpak. Hang bijvoorbeeld informatie over je projecten op op plaatsen waar de inwoners die je voor ogen hebt bij elkaar komen, zoals plaatselijke kruideniers of gebedshuizen. Ga erop uit, ontmoet mensen waar ze zijn en begrijp de motivaties en interesses van je doelgroepen.
  6. Faciliteer participatie in vertrouwde omgevingen zoals gemeenschapscentra, bibliotheken of op de markt en zorg ervoor dat je participatiemethoden gemakkelijk toegankelijk zijn, ook via vertalingen of het aanbieden van kinderopvang.
  7. Zorg voor alternatieven voor mensen die niet helemaal digitaal mee zijn, zoals senioren of mensen die getroffen worden door armoede. Kom tegemoet aan deze groepen door tablets ter beschikking te stellen in lokale bibliotheken of gratis vervoer naar je bewonersavonden. Overweeg zeker ook om participatiemogelijkheden in hun buurt te organiseren.
  8. Breng meer mensen rond de tafel. Bij het opzetten van een participatiestrategie is het belangrijk om stakeholders te definiëren en mensen te betrekken die nog niet aan tafel zitten. Hiervoor moet je partners uit verschillende sectoren inschakelen: NGO’s, bedrijven, werkgevers, religieuze instellingen en leiders uit de geloofsgemeenschappen. Om dit efficiënt te doen, is het essentieel om de waarden van je inwoners te begrijpen en te weten wie je kan adviseren.
  9. Zorg voor consistentie en transparantie in je participatie, om vertrouwen te scheppen voor huidige initiatieven en toekomstige projecten.
  10. Stel je participatiemethoden regelmatig bij. Wees flexibel, innovatief en respectvol.

Tips voor inclusieve participatie – de samenvatting

Inclusieve participatie vraagt continu bijsturen, maar laat perfectie je niet in de weg staan – er is niet één oplossing of perfecte formule. Als je bewust plant, voldoende stakeholders betrekt en vanaf het begin zorgt voor intern draagvlak, leg je  een sterke basis voor een echt inclusieve participatiestrategie.